top of page

Rockies and snow

Winter at Caylay, just a few miles south of Calgary, is harsh. Hopefully our pick-up and camper-unit are still ok. Mid-March the second leg of our trip start here, at the foot of the Rockies.

Dwars door de Rockies

Deel twee van onze reis vangt aan in Caylay, een onooglijk klein dorpje in de schaduw van Calgary. In Caylay stond onze POZEL voor de barre winter, temperaturen van -25 .... geen uitzondering. Hopelijk werkt alles nog; midden maart zullen we het weten.

Caylay to Belize.jpg
Canada & Alaska trip.jpg

I

Terug naar Canada. (For EN see below)

Het was een stevige regenvlaag die ons uitgeleide deed op dinsdagochtend 14 maart. Van Bodegem bracht de trein ons naar Brussel Noord en dan – zonder overstappen – naar Schiphol. De twee zware valiezen, honden box voor op het vliegtuig, Altai en een paar stuks handbagage waren wat veel voor ons; gelukkig kon onze zoon mee tot Brussel om een vlekkeloos vertrek mogelijk te maken. (Danke Gorik). De treinrit naar Schiphol verliep inderdaad vlekkeloos. Naarmate de afstand tussen onszelf en thuis groter werd, werden we ook wat emotioneler. Zou deel twee van onze reis even voorspoedig verlopen als het eerste deel? Zou thuis alles goed gaan? De laatste week was er een van afscheid nemen geweest, weemoedig en tegelijk vol verwachting keken we naar het voorbij zoevende vlakke Holland.

Inchecken voor een vlucht is altijd een stressvolle activiteit… het verliep zeer goed en na een fijne vlucht met WestJet stonden we weer op Canadese bodem. Altai was snel uitgeladen en na wat wachten verschenen ook de twee valiezen (één met een gaskachel in ) op de band. Oef.

Gary bracht ons naar Cayley, zo’n 80 km ten zuiden van Calgary, waar onze camper pick-up staat. Dan vallen we van de ene verbazing in de andere. De verwarming werkt nog, de stroomvoorziening is intact, de waterpompjes in het woongedeelte doen het allebei. Geen nesten van insecten of andere beestjes te bespeuren. De extreem koude winter had ons huis-op- wielen niet kapot gekregen.

We zijn 22 uur wakker – en onderweg geweest – als we om 22 uur gaan slapen. In België is het dan 6 uur in de ochtend… een joekel van een jetlag wacht ons. We waken-slapen terwijl het buiten stenen uit de grond vriest bij een temperatuur onder de -15; wij liggen warm.

Op Dag Twee herstellen we de koelkast, halen een nieuwe batterij – de oude was bevroren door de Siberische temperaturen in de Calgary-regio en plaatsen de gereviseerde gaskachel. Alles werkt!!!

De volgende dag nemen we afscheid van Gary… wat een kerel, alpinist, paracommando, jager, olieboorder, gezondheidswerker, verhalenman… Dag Gary. Bedankt voor de verhalen en de goede zorgen voor onze pick-up.

Langs de ‘Foothils’, de heuvels die de komst van de Rocky Mountains aankondigen, rijden we bij  warme (!) zonneschijn naar Fernie; een stadje in de Rockies met een niet al te groot skigebied. Het wordt een prachtige rit door een heuvellandschap met gigantische ranches, wouden en sneeuwvlaktes. In Fernie slaan we ons kamp op aan de voet van de skipistes. Korter bij kan moeilijk. Onder een stralende zon gaan we een paar dagen op de latten en maken lange wandelingen in de sneeuw.

De stress van het voorbereiden voor deze reis en de emotie van het afscheid ebben weg. We zijn klaar voor deel twee van onze trip.

 

Back to Canada. (voor NL zie hierboven)

It was a very rainy morning, Tuesday March 14, when we took the train in Bodegem (Dilbeek) to Brussels. In Brussels we boarded on the train to Schiphol – Amsterdam. A very smooth trip although we had had a lot of stuff with us. Two heavy suitcases, a box for Altai our dog, hand luggage … thanks to a helping hand of our son, Gorik, we managed.

While the distance between us and home increased we became a bit emotional. Would part 2 of our journey go as smoothly as the first part? What about our family and friends at home? The last week was a week of ‘goodbye’ and ‘see you later’. Many hugs and warm wishes… we take them with us.

Check-in for a flight is always a bit stressful but this time it all went very well. 9 hours later we arrived at Calgary airport. The WestJet flight was an OK experience.

Altai was back with us soon after landing and we also received our two suitcases (one with a revised propane stove!) rather fast.

Gary brought us with his huge pick-up truck to his place in  Caylay, 80 km south of Calgary. In his garden – covered by 30 cm of snow – we saw our pick-up camper. Amazing… the harsh winters in the Calgary region were well digested by the camper. The water pumps, heating, lights… it all still worked.

Around 22.30h Calgary time, we go to bed. For us it is now 6h in the morning. We travelled for 22 hours. An enormous jetlag is waiting for us….  We sleep (or a sort of) warm inside our camper; outside it is refreshingly cold… minus 15.

On day 2, we repair the fridge, place a new battery (the old one did not survive the Calgary winter), replace the propane gas stove, check the engine … it all works.

The next day we say goodbye to Gary… a great man, full of stories and with a CV that reads like a book. He was paratrooper, did oil drilling, worked as firefighter and in hospitals. Thanks a lot Gary for the stories and for taking good care of our vehicle.

It is a beautiful sunny day and we drive along the ‘Foothils’ towards the Rocky Mountains. The snowy hills, huge ranches and woods make it a nice drive. It is late afternoon when we arrive at Fernie, a small mountain city with a not too big ski resort. We camp at the foot of the ski slopes.  Few days of ski and long walks in the snow help us to recover from all the stress and emotions preparing this trip.

We’re ready to go!

 

De VS binnen. (For EN see below)

Op minder dan 2 uur staan we aan de grens met de Verenigde Staten. Dat wordt een makkie … ze vragen niet naar de autopapieren of de documenten van de hond… de verzekering van de auto… niet hun probleem. Wat wel een probleem vormt zijn de groenten en eitjes die we net voor de grens kochten… die mogen de grens niet over. Rare jongens die Amerikanen.

We zijn in Montana.

We rijden naar Glacier National Park waar we kamperen tussen reuzenbergen en prachtige bevroren meren. De nachten zijn aardedonker en stil… op het geroep van een uil en gehuil van een verre wolf na.

Eens Montana (één van de 49 staten van de VS) binnen ontvouwt zich een prachtig glooiend landschap met ranches en eindeloze prairie. We nemen de kleinst mogelijke wegen… die zijn allemaal sneeuwvrij gemaakt. Zoals te verwachten raken we de weg kwijt en we stoppen aan een ranch, waar ze paarden aan het trainen zijn, om de weg te vragen. We spreken een cowboy aan die druk in de weer is met lasso en paard. Hij kijkt me vriendelijk aan…ik ken die man… Robert Redford. De man die Montana op de kaart heeft gezet.

Voor wie het niet meer weet… Robert Redford, acteur, speelt een prachtrol in ‘De Paardenfluisteraar’ een film waarin hij fluistert met paarden en paart met de eigenares (van het paard). Robert zet ons – en zijn paard – opnieuw op het juiste spoor.  Was het echt Robert Redford?

Langs kleine dorpen met elk hun eigen ‘saloon’ rijden we over Anaconda en Butte naar Yellowstone National Park; een brok natuur bijna zo groot als Oost Vlaanderen. De laatste kilometers zijn moeilijk… er hangt een sneeuwstorm boven het gebied. Bij aankomst in West Yellowstone ligt de sneeuw dik in de straten. De ruimmachines kunnen niet volgen. Het park is gesloten… geen Old Faithfull geiser voor ons dit keer. Jammer …  maar niet getreurd. Met een snowscooter een dagje door de sneeuw glijden en op de meest afgelegen plekken van de regio komen is ook fun. We snowmobielen ons vast in de sneeuw, verliezen de weg, kieperen omver in de diepe sneeuw… echt fun dus.

Over dik besneeuwde wegen rijden we – rustig – verder naar het Grand Teton National Park; een wat kleiner (even groot als Vlaams Brabant) en meer toegankelijk stuk ongerepte natuur. Een ijskoude nacht op 8000 voet hoogte wordt beloond met een spectaculaire zonsopgang over het Jacksonmeer. De bergen zijn adembenemend, de tocht over het bevroren meer is magisch.

De volgende dag kruisen we verschillende uitlopers van de Rockies. We rijden op een hoogte tussen de 7000 en 10.000 voet (1 voet is 30,5 cm); de thermometer blijft hangen tussen -3 en -9, de zon schijnt en de landschappen maken een diepe indruk op ons. Regelmatig zien we grote kuddes runderen, herten of bizons. Ranches met romantische namen volgen elkaar snel op. Op grote pick-up trucks zie je wel eens een sticker van Donald Trump of is hij als silhouet op het raam van de passagiersplaatsen gekleefd… net alsof hij in de wagen zit. De radio speelt oude 'rock en roll’ of…. brengt eindeloze verhalen waarom je echt en wel zeer snel moet doneren zodat Jezus je kan redden. Nieuws krijgen we vrijwel niet te horen.

Het Indianen ‘reservaat’ dat we doorkruisen van Arapahoe en Shoshone oogt mistroostig. Ze kregen een hooggelegen woestenij waar blijkbaar niet veel te halen is. Hoewel ook daar wel wat ranches te zien zijn wonen de meeste toch in oude caravans; vaak tussen wrakken van trucks en auto’s.

Na Montana volgt Wyoming en dan Colorado. Alvorens ons laatste stukje Rockies aan te doen slaan we voorraad in …bij Walmart natuurlijk (de GB van Amerika) … ☹ en vullen alle tanks. Gas voor de verwarming, diesel voor de motor, water voor ons. De tank met afvalwater blijkt bevroren… dat wordt een probleem voor later.

Vanuit Denver klimmen we naar het Rocky Mountains National Park, andermaal een pareltje. We slaan ons kamp op tussen de herten; zouden de beren al uit hun winterslaap zijn? Een wolkeloze sterrenhemel en maan in zijn eerste kwartier lichten ons bij.  Slaapwel.

Van het Rocky Mountains National Park gaat het pal naar het zuiden. We blijven rijden op een hoogte tussen 2500 en 3500 meter. Sinds ons vertrek uit Canada deden we 5 National Parken aan en hopten 4 keer over de ‘ Continental devide’ ; daar waar de splitsing gemaakt wordt van het water dat naar de Stille Oceaan of naar de Atlantisch oceaan afvloeit. Per definitie de hoogste punten op het Amerikaanse continent dus.

Omdat we op kleine wegen blijven zien we de binnenkant van de VS. Heel veel mensen wonen in campers of houten woningen met een paar pick-up trucks naast. De grote Amerikaanse welvaart bevindt zich zeker niet in deze bergachtige staten en hoge plateaus.

Hoogtijd om buitenaards te gaan. ET phone home…. We vonden de landingsplaats.

 

Across the border into the US. (voor  NL zie hierboven)

From Fernie it only took 2 hours to the border. As expected, crossing the border was a piece of cake… no questions regarding the car, insurance, documents for Altai our dog, health certificate… all not relevant. A real problem was what we had in our fridge… 6 eggs and some tomatoes…. Illegal. So, we had to leave our dinner at the border… strange people these Americans. 😉

We’re in Montana, mountains and ranches state. The first national park we spend the night in Glacier NP. Beautiful mountains, frozen lakes… and almost totally deserted. We camp all alone in the forest.

Along small , well maintained, country roads we ride through the state… and we get lost. At a ranch we see some cowboys training horses. We stop and ask for directions at a man busy with his lasso. We knew this man,… grey-blue eyes and reddish hair… indeed… Robert Redford. For those that are too young to know… he’s an actor and star of many movies, one of them… the ‘Horse Whisperer ‘. That movie is filmed on a ranch in Montana and he whispers (healing) a wounded horse… and also whispered – in a way - the lady-owner. Robert gave us great advice and directions. Thanks.

Reaching Yellowstone proofs to be challenging. We’re in the middle of a snowstorm. The NP is closed so seeing the Old Faithfull geyser is not possible. As an alternative we rent a snowmobile and have fun on the back country tracks. The next day Grand Teton NP is the target. Over slippery snow-covered roads we drive down to the national park. An ice-cold night at 8000 feet is followed by a beautiful, sunny morning at Jackson lake. The mountains are breath-taking and the walk on the frozen lake is magical.

The journey leads us through ranches-country. The temperature is between -3  and – 9 C, we cruise at an altitude between 7000 and 10.000 feet. It is cold but sunny.

Passing many villages we enjoy a drink in the local saloon, see Trump stickers on cars and try to avoid religious radiostations begging for donations. Jesus will safe us… but only if we donate… 😉

Later we cross the native Americans ‘reserve’ of Arapahoe and Shoshone. Their land is a high plateau that has very little to offer. Although there are some ranches most of the people live in old camper trailers in the middle of old trucks and cars.

From Montana the road brings us to Wyoming and Colorado. On the way to our last (?) national park in the Rockies we buy food and fill all our tanks… at Walmart… ☹. Again, this park, Rocky Mountains NP, blows our socks off. The night under the stars in the middle of Elk and Deer was relaxing. Are bears still asleep?

Hopping left and right on the Continental divide we move on.

On our way to the south, we stay on small country-roads and see how country-people live. Very different from what we’ve seen in the cities. People live in (huge) campers or small wooden houses. The wealth of the cities seems to be far away here.

Time to go extra-terrestrial. 😉ET phone home… we know where he landed.

 

 

 

Onwaarschijnlijk, waarschijnlijk. (for EN see below)

Rare jongens die Amerikanen. We komen langs een observatietoren om UFO’s te zien en gaan even kijken. Naast een onwaarschijnlijke hoop rommel lezen we er ook over de vele honderden waarnemingen van UFO’s. Vanop de toren zien we …niets. Maar onze passage aan de UFO-toren zet toch een reeks onwaarschijnlijke dingen in beweging die ons een paar weken gaan bezighouden.

Waarschijnlijk namen we een foute afslag want plots rijden we tussen gigantische zandduinen… naar de Sahara geteleporteerd? Na wat navraag te hebben gedaan blijken we in het Great Sand Dunes National Park te zijn aangekomen. We wagen ons aan een tocht naar de top van de hoogste duin. Onwaarschijnlijk maar waar… onderweg ontmoeten we jongeren met een snowboard die surfen op de duinen.

Omdat we maar moeilijk de Rockies kunnen achterlaten willen we een laatste bergpas doen… Wolf Creek Pass. We slapen die nacht op 12000 voet hoogte … onwaarschijnlijk verfrissend. De ijle lucht eist zijn tol dus dalen is de boodschap. Tijdens een onwaarschijnlijk mooie rit naar het dal rijden we door Apache gebied… echt zoals in de film. Achter elke bocht verwacht je een krijger te paard te zien. En dan in de canyon tussen hoge rotsmuren gebeurt alweer iets… onwaarschijnlijk. De hele tijd bleef de temperatuur stabiel rond de 3 graden… in die kloof gaat onze thermometer plots flirten met de 20 graden. Hier blijven we kamperen zeggen we bijna in koor en vinden een mooi plekje op een Ghost Ranch. De volgende ochtend staan we op met… sneeuw. Niet die dikke vettige vlokken die we in België soms zien en die na het neervallen grimassen makend veranderen in een smerige smurrie. Neen, wel ultra lichte vlokken die als het ware nooit de grond raken en in de ijle lucht blijven ronddansen.

Vanuit Colorado reden we New Mexico binnen. New Mexico is echt wel de plaats om verschillende culturen te zien samenleven. Spaanse, Noord-Amerikaanse en Indiaanse invloeden zijn te merken in de bouwstijlen, keuken, bars en musea. Op weg naar Taos (noorden van New Mexico) willen we dit aan den lijve ondervinden en bezoeken plaatselijke Indianendorpen, puebla. De ‘native Amerikanen’ zijn fier, hun dorpen willen ze niet tot toeristische foto opportuniteiten laten verworden.  Het is Paastijd dus staat ook Chimayo – bedevaartsoord sinds de Spaanse overheersing – op onze lijst. Boeiend.

Dan begint het meest onwaarschijnlijke van de laatste dagen. De koppeling van de Nissan Navara begeeft het. We raken nog net in Santa Fe, hoofdstad van NM. Rijden is praktisch onmogelijk geworden. Onwaarschijnlijk snel vinden we een garage gespecialiseerd in niet-Amerikaanse wagens. De garagist – Jim, en zijn zoon die ook Jim noemt - zien het zitten… tot de volgende dag duidelijk wordt dat de wisselstukken niet in de USA te verkrijgen zijn. Na een nachtje internet surfen en eindeloos zoeken werpen we de handdoek in de ring. Alles wordt besteld in Europa en we wachten. Onwaarschijnlijk toch dat de nodige stukken niet te vinden zijn in het rijkste land ter wereld.

Onze camperunit zetten we af in een RV-park, camping voor grote caravans en super-motorhomes. Onwaarschijnlijk klein oogt ons bakje tussen de super-campers die niet enkel voor vakantie maar ook permanente bewoning gebruikt worden. Naast één van de campers is zelfs een heus mobiel kippenhok gebouwd. Rare jongens die ….

Het is Paasweekend en de temperatuur veert op. We ontbijten voor het eerst buiten onder een stralende, warme zon. Woutje rijdt plat op 15 km van Roubaix.

Met onwaarschijnlijk veel tijd om de regio en stad te verkennen begint het bange afwachten…. Hebben we het juiste besteld?

Unlikely, likely

How likely is it that you … in one week time… see ET, drive through the Sahara, sleep at 12000 feet , enjoy a temperature jump of 20 degrees and get stuck due to missing spare parts? Here the story.

Now and then we pass through strange places. For sure this is one of them…. an UFO observation tower in the middle of nowhere. We stop and see next to an enormous pile of ‘space’ junk also the testimonies of several hundred UFO observations. We go up the tower and see… nothing.

But indeed, something happens… that visit at the tower starts a range of very unlikely events and situations. Buckle up.

After enjoying the landing place of ET we must have taken the wrong exit … (or was it teleportation?)

We’re in the middle of the Sahara… huge dunes and walls of sand wherever we look. It is the Grand Sand Dunes National Park. While climbing the highest dune we meet youngsters with a snowboard… to sandboard down. Unlikely isn’t it.

As we’re mountain lovers we decide to go for one more mountain pass … Wolf creek pass. The night at 12000 feet is refreshing and also demanding. The thin air forces us down… back in to the valley.

Entering a ‘western like’ canyon the temperature jumps up from 3°C to 20°C… an excellent place to camp we think and indeed, at a Ghost Ranch we find a nice spot. The next morning, we wake up while it is snowing. Not the heavy, melting snow we know from Belgium but the ultra-light one, dancing in the crispy mountain air.

Along the road from Santa Fe to Taos, indeed we’re in New Mexico, we visit some pueblos and, as it is Easter, also Chimayo a catholic place of pilgrimage. All fascinating … but the pick-up starts to give problems.

Right before the complete breakdown we reach Santa Fe and find almost immediately – how unlikely – a garage specialised in non-American cars. The owners of the garage, Jim and his son…Jim, see no problem. In two days, you’re back on the road Jim (jr) states.

The next day they inform us about the very unlikely situation that the spare parts are not available in the USA. We’re stuck. Our camper unit is at a RV park, between gigantic campers and caravans, the pickup truck is in the garage.

The spare parts are ordered in Europe. DHL will ship them ASAP.

We have to wait… and hear a thousand times ‘there are less nice places to get stuck than Santa Fe’. Yes, indeed but when will the parts arrive? What if we ordered the wrong parts… what if ….

It becomes warmer and we have our first breakfast outside… the sun is shining.

 

Aan de grens… (EN version here below)

Op 20 meter van onze camper vechten twee kalkoengieren (Turkey Vulture ) voor de resten van een slang… daar gedood door een blauw-zwart rossige havik (Harris Hawk). Een stukje natuur zonder National Geographic.

Op 10 km van hier bevindt zich de grens tussen de USA, Del Rio, en Mexico, Cuidad Acuna. Wel ja, een van de officiële grensovergangen… nogal wat mensen komen vanuit Mexico en steken ‘illegaal’ de grens over. Dat zagen we ook bij het volgen van highway 285 en 90. Tientallen patrouilles van de grenspolitie staan her en der opgesteld om hen die door de dorre woestijn de grens oversteken aan te houden. Inderdaad, dit is Texas; de laatste staat van de USA die we door moeten.

Binnenkomen in Texas, zo’n 400 km noordelijker, plaatste een gasmasker op de reisvreugde. Na de frisse, knisperende, berglucht van New Mexico werd de lucht plots stroperig zwaar en vuil. De hemel kleurt ros rood en overal zijn de brandende fakkels - affakkelen van gassen -  van de olie-installaties te zien. Her en der in de olievelden staan tientallen knikkers olie op te pompen en drillen boorinstallaties nieuwe gaten. Ware het niet dat de lucht zwanger is van de oliedampen, het zou misschien nog een boeiend zicht zijn. De mensen die hier werken, wonen in grote trailerparken (caravans) of in prefab huisjes. Bij elk huisje staat een grote blinkende jeep… nog net iets groter dan elders in de VS; hier wordt geld bovengehaald. Even opvallend als de spiksplinternieuwe prefab-dorpen zijn de oude verlaten prefabhuizen en trailers. Blijkbaar wordt er niets opgeruimd of afgebroken. Honderden trailers, boortorens, opslagplaatsen, olieknikkers, huisjes… staan verweesd en verlaten te roesten in het gortdroge landschap. Oliebron leeg… op naar de volgende lijkt het devies.

We vertrokken twee dagen terug uit Santa Fe, een goede 1000 km van hier. Na 12 dagen wachten was de koppeling hersteld en konden we weer de baan op. De wisselstukken uit Europa volgden een onwaarschijnlijk traject. Van Riga in Latvia, naar Kopenhagen dan Leipzig, dan Cincinnati Ohio, en dan Phoenix om na 6 dagen te eindigen in Santa Fe.

De herstelling werd uitgevoerd door JIM; ja inderdaad… in hoofdletters. Jim en zijn zoon, ook Jim, hebben een garage in Santa Fe en hebben zich gespecialiseerd in Europese wagens. Ze doen, op hun eigen ritme, een uitstekende job. Jim senior, net geen 70 jaar, is een prachtkerel. We worden op een avond zelfs bij hem thuis uitgenodigd voor een maaltijd en babbel. Hartelijk dank Jim en Jim. Voor wie een garage zoekt in Santa Fe… ga voor hun F.A.S.T. workshop.

Tijdens die 12 wachtdagen ‘woonden’ we tussen de trailer/ caravan bewoners. Tot wel 15 % van de mensen in de stad woont in een giga-caravan met avontuurlijke namen zoals White Hawk, Eagle, Solitude, Dream, Voltage, Black wolf, Sun Seeker, Raptor …. Waarschijnlijk moeten die namen verhullen dat de woonplaats allesbehalve avontuurlijk is… een grinten pleister aan de rand van de stad.

Wat weemoedig verlieten we ‘city Different’ – zo noemt Santa Fe, de stad met vele musea en dito cultuur, zichzelf - om de hoogvlakte langzaam maar zeker achter ons te laten. Net alvorens de vallei in te duiken stoppen we nog bij een saloon. Billy komt net buiten, hoed in de nek geschoven… Hi Anne, hi Luk… We antwoorden…hi Billy The Kid… all ok?

Billy The Kid is goed geluimd… maar over zijn museum hier op de ranch is hij niet echt te spreken.

Over de afstand van een paar honderd kilometer dalen we van meer dan 2000 m hoogte naar 500 meter. De thermometer zal het geweten hebben… we scoren vlot 30 graden… celcius.

In het State Park Amistad kamperen we voor de laatste nacht in de USA. Morgen Mexico?

Ochtendstond geeft goud in de mond dachten we… vroeg op dus en naar de grens. We steken vlot de brug over van Del Rio (VS) naar Cuidad Acuna (Mexico). De Mexicanen onthalen ons vriendelijk. Bienvenidos.

 

 

At the border (Versie in NL hierboven)

At 20 meters away from our camper two Turkey Vultures fight for the leftovers of a snake, killed by a beautifully coloured Harris Hawk, this is National Geographic in real time.

Less than 10 km away from our camp is Del Rio USA, border crossing point to Cuidad Acuna, Mexico…. official border crossing. As you know many people come across the desert to enter the states ‘illegally’. Following highway 285 and 90 we passed many border police cars and customs units. Indeed, this is Texas. The last state we’ve to cross on our way to Mexico.

Entering Texas, 400 km of where we are now, was a bit of a disappointment, after enjoying the crispy, refreshing, mountain air from New Mexico the air became smoggy, sticky and dirty. We see, high above the oil drilling the flames of the gasses burning. Not a welcoming view.

Across the oilfields the pumps are sweating and bowing, up and down, to get the money out of the ground. Elsewhere we see empty warehouses, old campers and shabby prefab houses as the leftovers of previous drilling activity. Clean it up Texas!

Santa Fe is now 1000 km behind us. After 12 days the clutch was repaired and we could continue our trip. The spare parts followed a strange trajectory. From Riga, Latvia to Copenhagen, then Leipzig; across the ocean to Cincinnati, to Phoenix to finally arrive (in 6 days!) at Santa Fe.

It was Jim (and his son, also Jim) that repaired the pick-up. They’re specialised in European cars. Although at their own rhythm, they did an excellent job. Jim, senior, about to become 70, is a great person. He even invited us for a nice evening at his place. Thanks a lot Jim and Jim. For those looking for a good garage at Santa Fe… go to F.A.S.T. … it is theirs.

During the 12 days in Santa Fe, we lived between many others that live in a trailer or huge caravan. These mobile homes have romantic names such as White Hawk, Eagle, Solitude, Dream, Voltage, Black wolf, Sun Seeker, Raptor …. Most probably those names try to hide that the place to live is far from ‘out in the wild’.

We leave ‘city different’ (the name Santa Fe gave it self) with mixed feelings. After all it is a nice and culturally rich place. Slowly but surely, we drive – dive - into the valley. On the edge of the boon-dry plateau we stop for a drink in a local saloon. Billy sits at the entrance and greats us. Hi Anne, hi Luk… hi Billy the Kid. Billy the Kid makes a few jokes… but all in all he’s not that happy with his museum.

From here on we enter into summer. Our thermometer easily reaches 30 degrees… Celsius.

For our last night (?) in the USA we set up camp at the State Park Amistad. Tomorrow Mexico?

The next day we start early and cross the Rio Grande bridge towards Cuidad Acuna (Mexico). We’re welcome… bienvenidos.

 

 

Moeizaam Mexico (EN Below)

 

En dan begint één van de moeizaamste grensovergangen die we ooit meemaakten. Alvorens een visum te krijgen moet ons voertuig een tijdelijke importvergunning hebben. Dat is geen probleem voor de Navara pick-up maar kan niet voor de camperunit die erop staat omdat die niet op onze grijze kaart wordt vermeld. Na een uur lang uitleggen en discussiëren zegt de beambte dat het echt niet kan. De enige oplossing is volgens haar de camperunit dumpen. Met stoom die sissend uit de oren komt wenden we de steven… terug door niemandsland naar de USA. Aan de Amerikaanse kant geloven ze ons nauwelijks … dus strikte controle na een uur aanschuiven gezien de drukte.

Op advies van Mexicaanse omstaanders rijden we 50 miles verder naar Eagle pass om het daar nog eens te proberen. Eagle pass heeft twee internationale bruggen… we worden naar de foute geleid. De Mexikanen verwelkomen ons vriendelijk… bienvenidos… maar deze overgang doet geen campers… dus terug naar de USA en de volgende brug nemen. Opnieuw een uur aanschuiven om door niemandsland aan de Amerikaanse kant van de grens te komen… De Amerikanen vinden het zeer verdacht… een tweede keer op een dag aan de grens staan… wat is dat… uitleg helpt niet. 8 tot de tanden gewapende militaire grenswachters komen de auto doorzoeken. Zelfs het koelwater van de radiator wordt nagezien. Uiteindelijk mogen we door, terug de US binnen.

Wij naar de volgende brug. De Mexicanen zijn vriendelijk. Bienvenidos. De douane doet de controle… alles ok … maar … hebben jullie een tijdelijke importvergunning voor het voertuig? Wij antwoorden naar waarheid… nog niet…OK , geen probleem zegt de man… in het tweede kantoor rechts doen ze dat snel. De verantwoordelijke dame komt langs… mmmmm de camper staat niet op de grijze kaart. Discussie, hilarisch debat in het Spaans, Engels en plat Bodegems… het verdict is … NEEN.

Een uur later staan we opnieuw bij de Amerikanen. Die verdachte Belgen krijgen een voorkeursbehandeling… strikte controle, drugshonden, … de hele zwik. Moedeloos en moe staan we opnieuw in de USA. Er is nog één lichtpuntje… bij het omkeren aan de Mexicaanse douane kwam een douanier zeggen dat de grenspost, 500 km verder een veel coulanter beleid had. Daar zou het vast lukken.

We kijken mekaar in de ogen en zien vertwijfeling. Stopt de reis hier? Gaan we de wooncel achterlaten en zo verder reizen? Blijven we in de USA rondtoeren?  Op weg naar Laredo beslissen we er een nachtje over te slapen. We zetten kamp op in een rustig state park … en krijgen later die avond zwarte zwijntjes op bezoek. Altai is in alle staten.

Met de slapers nog in de ogen besluiten we de volgende ochtend: We proberen een laatste keer in Matamoros… een rit van 500 km van Eagle pass naar het zuiden, langs de grens, moeten we doen om daar te geraken. Ook daar is een internationale brug over de Rio Grande.

In Mexico aangekomen zeggen de controleurs … bienvenidos…

Ons eigen visum krijgen we behoorlijk snel in orde… nu het voertuig nog. Een reeks problemen dienen zich aan…

(1) op de grijze kaart staat geen geldigheidsdatum… wanneer vervalt die kaart?

(2) op het gelijkvormigheidattest van Nissan staat geen nummerplaat vermeld… hoe kan dat?

(3) de camperunit staat niet op de grijze kaart…. Dus is het voertuig ‘gemodificeerd’ en kan het land niet binnen.

De volgende twee uur halen we alles maar dan ook alles uit de kast om de kerels van de douane te overtuigen. Drie uur na aankomst op de grens zegt het hoofd van de dienst… geef ze hun document, ze hebben geen slechte plannen. Bingo. Hoera… joepie.

Een halfuur later rijden we met het document de grenspost uit … we zijn in Mexico.

 

Nothing is easy. (NL hierboven)

Crossing the border proofs to be much harder than expected. It took us 4 attempts at 4 different border stations to get a temporary import permission for our camper. The Nissan was no problem but the camper slide-on … close to impossible. Why? The camper unit is not mentioned on the ‘passport ‘ of the car. The advice was… dump the camper unit and move on with the pick-up only.

4 times we explained and debated, 3 times we were sent back to the USA… 3 times we had to pass again the border control at the USA side. After the first time it all started to look very suspicious… so the control was done ‘by the book’. At a certain point in time even the cooling liquid in the radiator was checked. We even started to question whether we wanted to continue our trip.

Finally; 500 km south of Del Rio, at the Matamoros border post we manage, after another 3 hours of discussion, to convince the officials. They provide the needed stamps and documents… we’re in.

Bienvenidos.

bottom of page